1) LOC AGM-78. 4x D9-P en 3x D3-P. Strakke vlucht, 418m. Landing hard, twee vinnen beschadigd.
2) Supercluster SC-12. 6x D9-P en 6x D3-P. Runcam-2. Goede vlucht, dual deployment. Hoofdchute uitgeworpen maar niet goed ontvouwd. Daardoor harde landing met wat schade aan een vin en de rompbuis.
3) Big Daddy. TSP E20-4, extra schietkatoen. Goede lancering, echter doorslag motor. Goede landing maar rompbuis inwendig zwaar verbrand. Niet te herstellen.
4) TROFKABB. D12-5 en 2 x D9-P. Zeer rechte, strakke vlucht, perfecte berging, extra c=schietkatoen op D12.
Nog nagedacht over de schadegevallen.
De LOC AGM-78 heeft kwetsbare vinnen. Ze zijn weliswaar door de rompbuis, maar omdat het model een uitwisselbaar motorhuis heeft is de basis niet groter dan de dikte van de rompbuis. En dan zijn de vinnen ook nog vlak aan de onderzijde en gelijk met de onderkant van de raket. Dus de maximale grootte parachute gebruiken, en misschien wel iets onder de raket maken dat de klap van de landing breekt...
De SC-12. De grootste chute (90cm) gebruikt. Deze chute heeft erg lange lijnen. Waarschinlijk heb ik ze niet helemaal over de volle lengte strak rond de chute gewikkeld. Bij het uitschieten van de chute is deze door zijn eigen lijnen geschi=oten en deze keer dus blijven hangen. Nog beter inpakken dus.
Big Daddy. Een TSP E20-4 die naar voren toe doorslaat. Dat is gewoon pech, een productiefout. Wel sneu dat de Big Daddy net weer helemaal was hersteld. Dat wordt weer herstellen of opnieuw bouwen.